Hier zijn we dan. 20 juni 2022, met een nationale staking voor meer koopkracht die ons Belgenlandje platlegt à la française. Mij zag je vandaag op die barricade niet staan – dat is volstrekt nutteloos, en ik zal je uitleggen waarom.
Werken is iets heel waardevols. Werken is ook vrijheid. Het geeft het leven meer betekenis. Je levert een bijdrage aan de maatschappij. Je bent er onderdeel van. Je hoort erbij. Je bouwt mee aan de wereld van morgen. Dat is mijn mening. En ondertussen ook mijn missie, sinds de oprichting van mijn rekruteringskantoor voor mensen met moeilijke toegang tot de arbeidsmarkt. Met wat begeleiding, een push en een netwerk help ik mensen aan werk. Anderstaligen. Vluchtelingen. Alleenstaande ouders. Werk is een kansengenerator.
Al zou ge eigenlijk zot zijn om hier in België nog te gaan werken. En niet wegens die index of loonnormwet waar vandaag ons land over op z’n kop staat. Het is het beleid op andere vlakken dat aan de tand gevoeld moet worden. Het beleid dat met zijn belastingdruk op arbeid – dat d’ailleurs nergens zo hoog ligt als in België – nettolonen van werkende mensen onderdrukt, terwijl het ondertussen bij niet-werkende mensen een gezonde arbeidsethos ondermijnt door hen aan het verslavende infuus van ons sociale vangnet te hangen.
Want laten we een kat een kat noemen: het verschil tussen werken en niet werken is verwaarloosbaar klein. Erger nog, in veel gevallen verdien je zelfs minder als je wél gaat werken. Zo zag ik vorige week een alleenstaande moeder. Ik bood haar een job aan bij een supermarkt met een brutoloon van om en bij de 1.600 euro. Ze legde haar OCMW-uitkering en al haar sociale tarieven en voordelen in de weegschaal, en haakte af: ze zou verlies maken als ze de job zou aannemen – dik verlies. Uit angst om haar sociaal vangnet te verliezen, bedankte ze me voor de moeite – de zoveelste die dat deed.
Nu, laat het duidelijk wezen: ik ben blij dat ik in een sociale welvaartsstaat leef. Dat er een vangnet is voor degenen die het moeilijker hebben, want je weet nooit wanneer het jou ook kan overkomen. Maar collectieve sociale verantwoordelijkheid is exact wel dat: collectief. Het is afwisselend geven en nemen, en daar is het beleid niet op voorzien. De werkende mens houdt netto bitter weinig over, terwijl voor de niet-werkende mens de verleiding om veilig verstrikt te blijven zitten in de mazen van het vangnet, blijvend lonkt.
Dus nu staan we hier, met duizenden die luidkeels betogen voor meer koopkracht. Maar dat is in se dus een nutteloze zaak. Want vandaag weegt werken gewoon niet op tegen niet werken. En dát is waar het beleidsschoentje waarlijk wringt …
Hoog tijd dus voor verandering.